top of page

Spencer

Ch I
Ch II
paper-raw-0271.jpg
Het lot van de abdij van Spencer is ongetwijfeld verbonden met dat van de abdij van La Grande Trappe in Soligny, als gevolg van de ballingschap van de Franse monniken naar Amerika.

Tijdens de Franse Revolutie leidde pater Augustin de Lestrange een groep cisterciënzers in ballingschap uit La Trappe, de plaats van de beroemde gemeenschap van abbé De Rancé.

Deze vluchtelingen vonden een onderkomen in het verlaten kartuizerklooster van La Val Sainte in Zwitserland en zetten hun kloosterleven voort met een soberheid die zelfs die van La Trappe overtrof.

 

De Lestrange, die het trappistenklooster wilde behouden tegenover de Europese vijandigheid, wendde zich tot Amerika en zond in 1803 twintig monniken uit La Val Sainte met het doel een nieuwe stichting op te richten. Deze pioniers hebben elf jaar lang op verschillende plaatsen geworsteld voordat zij na de nederlaag van Napoleon naar Frankrijk terugkeerden. Eén monnik, pater Vincent de Paul Merle (1768-1853), werd in mei 1815 achtergelaten in Halifax, Nova Scotia.

In alle opzichten was Vader Vincent de Paul zowel een heilig man als een groot pragmaticus. In de late herfst van 1819 had hij in Tracadie, Nova Scotia, grond gevonden die geschikt was voor zijn oorspronkelijke doel en hij maakte afspraken met de Lestrange, die toen in het Franse klooster van Bellefontaine verbleef, om van start te gaan met de stichting van de abdij van Petit Clairvaux. De eerste gemeenschap telde slechts vijf monniken en nieuwe roepingen waren zeldzaam vanwege de vurigheid waarmee de monniken het monastieke leven nastreefden zoals belichaamd in Lestrange's strikte interpretatie van de Trappistengemeenschap. Tussen 1857 en 1862 verlieten achttien Vlaamse monniken hun woonplaats en namen de ontberingen van een nieuw land en een nieuwe taal over door zich aan te sluiten bij de worstelende gemeenschap van Tracadie. Het was het begin van een nieuw leven voor het klooster.

 

Toen sloeg het noodlot toe. Op 4 oktober 1892 brandden de abdijkerk en het hele klooster af. Hoewel geen van de monniken gewond raakte, gingen alle bezittingen van de gemeenschap verloren, waaronder liturgische gewaden, boeken en archieven. De monniken begonnen met de wederopbouw in 1894. In de herfst van 1896 brak er echter opnieuw brand uit. Door de vele moeilijkheden werden sommige leden van de gemeenschap van hun geloften ontheven. In 1898 waren er nog maar twaalf monniken in Petit Clairvaux.

 

Vervolgens werd besloten de communiteit te verplaatsen naar het bisdom Providence (Rhode Island) met de steun van de abdij van Notre-Dame du Lac (gelegen in de buurt van Montreal). Het nieuwe klooster kreeg de naam Onze Lieve Vrouw van de Vallei.

Maar alsof het Kwade hen lastig viel, werd het klooster in 1950 opnieuw door brand geteisterd. De verwoesting was bijna compleet. De gemeenschap telde 140 mensen en deze werde dakloos achtergelaten. In 1949 had de gemeenschap echter land verworven in Spencer, Massachusetts.

 

Op 23 december 1950 namen tachtig monniken intrede in de St. Joseph's Abbey in Spencer. Tijdens de eerste jaren van de abdij bleef de groei van de gemeenschap fenomenaal. Op 15 augustus 1953 werd de eerste mis in de nieuwe kerk plechtig opgedragen. De groeiende aantallen hebben geleid tot de oprichting van nieuwe stichtingen.

 

De abdij van Spencer kon nu, na alle moeilijkheden die haar gemeenschap in de loop der eeuwen had doorstaan, werken, bidden en psalm 90 opzeggen: "Wanneer ik onder de beschutting van de Allerhoogste sta en rust in de schaduw van de Machtige, zeg ik tot de Heer: 'Mijn toevlucht, mijn bolwerk, mijn God, op wie ik vertrouw'.

brewery.jpg
De brouwerij. 

Het brouwerijproject is uit noodzaak geboren. Al meer dan 60 jaar maken de Trappisten van Spencer jam en gelei onder het label Trappist Preserves. Deze activiteit heeft levensonderhoud opgeleverd, evenals monastiek werk en liefdadigheid voor armere gemeenschappen en mensen in nood.

 

Met het oog op de toekomst, toen de gemeenschap groeide en ouder werd, realiseerden de monniken van Spencer zich echter dat zij een extra bedrijf nodig hadden om de gemeenschap en liefdadigheidsinstellingen in de komende jaren te ondersteunen.

 

In de jaren 2010 raakte een van de broeders geïnteresseerd in brouwen en volgde zelfs een opleiding in een plaatselijke ambachtelijke brouwerij. Na verloop van tijd werd zijn passie voor het brouwen doorgegeven aan andere monniken, die zonder aarzelen erkenden dat brouwen een traditionele monastieke onderneming was.

 

Toen de economische toekomst van het klooster opnieuw moest worden bepaald, kwam het idee van een brouwerij in een stroomversnelling. Alvorens een beslissing te nemen, kozen de monniken er echter voor het idee van een brouwerij op een planmatige en realistische manier uit te werken.

 

Met de zegen van de abt, begonnen ze aan een twee jaar durende missie om gegevens te verzamelen. Zij bezochten elke trappistenbrouwerij om zoveel mogelijk te leren van hun Europese broeders. Beginnend in de abdij van Westmalle, baanden zij zich langzaam een weg door België, waarbij zij in de verschillende kloosters logeerden, goede raad kregen en enkele van de beste bieren ter wereld dronken.

 

De laatste halte op de eerste reis was de abdij van St. Sixtus, brouwer van de beroemde Westvleteren bieren; aan het eind van de tweede reis en na meer gedetailleerde besprekingen waren ze ervan overtuigd dat hun plan kon werken en begonnen ze met de bouw van een nieuwe brouwerij. In overeenstemming met de kloostertraditie stemden de monniken en bevestigden het project met een overweldigende meerderheid - het zou de eerste Amerikaanse trappistenbrouwerij worden. De ultramoderne constructie werd voltooid in 2013.

 

In overeenstemming met de trappistentraditie noemden zij de brouwerij en het bier eenvoudigweg "Spencer", naar het nabijgelegen stadje Spencer, MA.

bottom of page