top of page

Banja Luka

Ch I
Ch II
paper-raw-0181.jpg
De abdij van Mariastern is gelegen in Bosnië en Herzegovina in de entiteit van de Servische Republiek Bosnië, nabij Banja Luka.
 

De Trappisten arriveerden in Banja Luka in het midden van de 19e eeuw (1869). Zij kochten land in het dorp Delibašino, stichtten het klooster en gingen snel aan de slag.

Deze stichting was het resultaat van het harde werk van pater Frans Pfaner, die bijna twee jaar lang op zoek was naar een plaats om een trappistenklooster in Zuidoost-Europa te stichten.

De Trappisten vestigden zich tijdelijk in een houten hut. Negen trappistenbroeders woonden er en zij noemden deze schuur de wieg. In de schuur stonden twee houten vaten waarin de trappisten hun boeken, brevier, inkt en papier bewaarden.

De vicaris-generaal en abt van Sept-Fons, Dom Jérôme, bezocht het klooster in mei 1885 en was zeer tevreden over de situatie; hij gaf dan ook de aanbevaling om het klooster van Mariastern om te vormen naar abdij en kreeg de steun van de leden van het kapittel van de Trappistenorde, die dit voorstel naar Rome stuurden.

Tussen 1890 en 1900 werden talrijke verbeterings- en moderniseringswerkzaamheden uitgevoerd en werden semi-industriële werkplaatsen opgericht of gemoderniseerd (textielfabriek, brouwerij, kaasmakerij, drukkerij).

Na de Tweede Wereldoorlog werden alle bezittingen van de abdij onteigend, en slechts enkele percelen en gebouwen bleven eigendom van de abdij.

De meeste trappisten verlieten de abdij van Mariastern in 1944. Bij de uitbreiding van de brouwerij van Banja Luka (een brouwerij die vóór de onteigening door de trappisten was gesticht) stonden op de oorspronkelijke plaats van het klooster slechts enkele commerciële voorzieningen van het vroegere abdijcomplex, die werden herbouwd, uitgebreid en omgebouwd om aan de behoeften van de brouwerij te voldoen. Andere gebouwen van het oude abdijcomplex, de oude kerk, het klooster en enkele commerciële gebouwen werden afgebroken en sindsdien zijn op de plaats nieuwe gebouwen opgetrokken.

Het grootste deel van het nieuwe klooster werd herbouwd ten behoeve van het revalidatiecentrum, terwijl de kerk, verschillende kamers op de bovenverdieping in een deel van de rechtervleugel van het klooster en het kloosterkerkhof in het bezit van het klooster bleven. De aardbeving van 1969 veroorzaakte zeer ernstige schade.

 

In nieuwe klooster zijn nu nog slechts twee monniken, die doorgaan met het maken van kaas.
 

paper-raw-0203.jpg
De Brouwerij

Het schijnt dat de brouwerij in 1875 werd opgericht

Het is echter bekend dat de brouwerij reeds in 1881 brouwde (ongeveer 547 hl), en dat dit volume in de daaropvolgende jaren toenam (6500 hl, dan tot 50.000 hl rond 1898-1899, om terug te vallen tot ongeveer 6000 hl in 1907...).

 

De monniken brouwden eerst bier voor hun eigen behoeften.

Later werd het bier ook geproduceerd voor het naburige dorp, en waarschijnlijk een tijdlang aan de behoeftigen gegeven, en daarna op grotere schaal op de markt gebracht.

Waarschijnlijk was dit bier ondergistend, hetgeen lijkt te worden bevestigd door het Tsjechisch en Duits materiaal ter plaatse. In 1889 werd besloten de brouwerij uit te breiden en te moderniseren, en de nieuwe apparatuur werd geïnstalleerd door Tsjechen. De nieuwe brouwerij werd eind 1897 voltooid, nadat de werkzaamheden meer dan een jaar hadden stilgelegen als gevolg van een dodelijk ongeval tijdens de bouw van het geraamte.

De brouwmethode werd de monniken aangeleerd door Elegius Blavart uit Brno (Moravië, CZ). Nu de productiecapaciteit sterk was uitgebreid, was het tijd om te verkopen, en dat was een ander verhaal. Er ontstonden problemen met concurrerende brouwers die niet wilden dat hun regionale monopolie zou afnemen. De concurrerende brouwers beschuldigden de trappisten van het verspreiden van de Duitse cultuur en het uitbuiten van de plaatselijke bevolking. Veel herbergen weigerden hun bier aan te nemen, ook al was het goedkoper en beter dan dat van Sarajevo. Pater Dominic besloot cafés te huren of te bouwen in Bosanski Novi (Novigrad), Bugojno, Jajce, Prijedor, Prnjavor en Tuzla. Er waren geen gelijkwaardige faciliteiten in deze plaatsen. Deze werden later gesloten en verkocht vanwege aanhoudende beschuldigingen van de concurrentie dat de Trappisten oneerlijke concurrentie waren, omdat zij zich meer met zaken dan met gebed bezighielden.

label-raw-0151.jpg

De trappistenbrouwerij had plaatselijk personeel in dienst en er werden pogingen ondernomen om ter plaatse mout te produceren, maar de resultaten waren teleurstellend. Brouwsuiker daarentegen werd wel plaatselijk geproduceerd.

De monniken hebben ook een tijd geprobeerd om hun eigen hop te telen, maar hebben dat uiteindelijk opgegeven en hebben hop uit Slovenië geïmporteerd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog nam de Kroatische regering de brouwerij over, daarna de communisten. De Trappisten werden onteigend van vele eigendommen, waaronder hun brouwerij.

De brouwerij van Banja Luka is nog steeds een van de grootste brouwerijen in de Bosnisch-Servische Republiek.

 

bottom of page